zondag 24 oktober 2010

Stukje uit mijn boek.

Misschien hebben sommige dit stuk al gelezen op mijn hyves.
Maar voor de anderen, hier is een voorproefje.

Op dat moment hoorde ik het ijs scheuren. Ik keek bang naar mijn voeten. De scheur werd groter, ik kon niet bewegen en dat had twee redenen. Ik was bang en gechoqueerd. En dan zou ik er zeker door heen zakken. ‘Luna!’ Riep ik. Op dat moment scheurde het ijs. Ik schoot onder het ijs. Ik zocht naar het gat waar ik door heen was gevallen, maar ik kon hem niet vinden. Ik duwde tegen het ijs, zo hard als ik kon, maar ik duwde het ijs niet los. Ik duwde mezelf alleen maar naar beneden. Ik bonsde met mijn hand tegen het ijs, maar het ijs ging niet kapot. Ik bleef slaan maar het enige wat ik kapot maakte was mijn vuist. Ik had nog nooit zoveel verlangd naar lucht. Ik zakte al naar beneden, ik had geen lucht meer in mijn longen en kon voor het eerst echt geen adem halen. Ik had wel vaker het gevoel alsof ik geen adem kon halen, maar dat was niks vergeleken met dit. Ik kon adem halen, ik wou adem halen maar er was geen adem. Er was geen lucht in het water. Mijn hart bonsde in mijn keel. Ik werd duizelig in mijn hoofd. Ik voelde me moe worden en de energie ging plotseling uit mijn lijf. Ik probeerde met mijn laatste kracht het ijs te breken, maar het hielp niet. Verdrinkingsdood was de ergste dood die ik me kon voorstellen. Dat had ik altijd al gedacht, maar dat wist ik nu echt zeker. Ik deed mijn ogen dicht, niemand kwam me nu helpen. Ik zou dood gaan, omdat ik geen lucht meer had. Ik voelde me leeg worden, mijn energie was op. Toen hoorde ik iemand in het water springen. Ik deed langzaam mijn ogen open. Ik zag een donker iemand op mij af komen, met zwarte kleding. Al snel werd heel mijn beeld zwart en ik voelde me dieper het water in zakken.
Blz 71 .

Ben nu 100 bladzijdes verder dan dit stuk.
Wat vinden jullie?

1 opmerking: